Jeugdcriminaliteit en media (2)

Vorig jaar schreef ik een blog over de sleutelrol van de media wat betreft ons gevoel van veiligheid. Het is door de jaren heen opvallend hoe bewust selectief sommige media met de feiten omgaan, door dagelijks groot in te zoomen op klein grut, door enge zaken eindeloos en uitgebreid te volgen, door net die dingen eruit te pikken die in hun sensatiestraatje passen of door zo’n draai aan de feiten te geven dat het verhaal dicht in de buurt komt van nepnieuws. Aanleiding was het rapport over de ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit van het WODC, het wetenschappelijk onderzoeks- en documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid, dat een paar weken eerder was verschenen. Dat rapport begon met de constatering dat het aantal jeugdige verdachten in het hele land sinds 2010 was gehalveerd en de laatste paar jaar ongeveer op hetzelfde, relatief lage niveau was gebleven. 

Dergelijk geruststellend nieuws paste echter duidelijk niet in het straatje van sommige media. Zo liet het AD in een kort bericht over dit rapport de spectaculaire daling van de cijfers geheel onvermeld, om een week later in een podcast te vervolgen met de intro: ‘Nederlandse jongeren worden niet crimineler – maar hun vergrijpen zijn dat wel’, direct gevolgd door “We moeten onderzoeken of de huidige strafmaat voor jongeren nog voldoet.” Op haar beurt verschoof de Telegraaf de aandacht naar ‘rovende tienermeisjes’: “In 2022 was een kwart van de minderjarige verdachten een meisje. Nog nooit eerder was dat aandeel zo groot. Ze begeven zich vooral op het roverspad.” En ditzelfde bericht verscheen op dezelfde dag onder meer in het Dagblad van het Noorden, het Friesch Dagblad en een podcast van de Gelderlander. In dezelfde lijn koos ook het Parool voor een zwaar accent op de groei van het aantal verdachte meisjes. Aldus werd er in al deze media volledig aan voorbijgegaan dat het aandeel verdachten en veroordeelden onder meisjes weliswaar recent is gestegen maar dat dit nog lang niet terug is op het niveau van 15 jaar geleden.

Hoe reageerden deze media nu op het recente rapport van het WODC, dat vorige maand uitkwam en dat dezelfde, tamelijk geruststellende conclusie presenteerde? Opnieuw werd duidelijk dat dergelijk geruststellend nieuws niet in het straatje van sommige media past. Het Parool, dat dagelijks uitgebreid inzoomt op allerlei ellende, bedreigingen, dealen, geweld, steekpartijen en berovingen in of nabij de hoofdstad, datzelfde Parool besteedde er geen enkele aandacht aan. Ook het AD vond dit geen nieuws. Deze krant vermeldde in dezelfde periode liever in een stuk over jongerenwerk dat veel Haagse jongeren niet alleen last zouden hebben van “stress, angst, eenzaamheid, depressies, prestatiedruk, en daardoor problematisch middelengebruik’ maar ook van “zware criminaliteit op zeer jonge leeftijd.” 

Toch was er een klein lichtpuntje. De Telegraaf deed dit keer tussen berichten over jongeren die soms jaren moeten wachten op een passende straf en daardoor verder afglijden in de criminaliteit, over intimidatie en geweld door reljeugd in Rotterdam en berovingen bij een school in Amsterdam Zuid, ook melding van het recente rapport van het WODC. En dat niet alleen, het presenteerde ook met zoveel woorden de geruststellende conclusie van dit rapport: “Verdachten en daders van crimineel gedrag zijn niet steeds jonger, meldt het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) op basis van landelijke cijfers. Ook zijn jongeren volgens het centrum niet vaker verdachte of dader van ernstige geweldsincidenten.” Laten we hopen dat dit ertoe bijdraagt dat een enkele lezer van die krant toch een iets reëler beeld krijgt hoe het ervoor staat met het delinquent gedrag van de Nederlandse jeugd.